Nederland

Frans Piët wordt op 17 februari 1905 in Haarlem geboren. Als jongeman neemt hij tekenlessen in Londen en Parijs. Hij tekent aanvankelijk op freelance basis moppen, cartoons en illustraties voor Uitgeverij de Spaarnestad te Haarlem.

In 1932 komt hij in vaste dienst bij diezelfde uitgeverij en zes jaar later wordt hij gevraagd Sjors van de Rebellenclub over te nemen. Piët maakt de strip meteen veel Nederlandser. Voortaan zijn er geen wolkenkrabbers op de achtergrond te zien, maar typisch Hollandse vergezichten met molens en knotwilgen. In een aflevering gaat Sjors logeren bij zijn tante Rika en oom Teunis in Natteveen. Daar ontmoet hij een gepensioneerde kolonel en diens mooie, trendbewuste dochter Sally. En bovendien raakt Sjors bevriend met een mollig boerenzoontje, Dikkie. Inclusief pet, kiel, knielap en klompen. Hollandser kan bijna niet. Frans Piët voert na een tijdje een nog veel radicalere verandering door: in plaats van korte éénpaginagrappen, maakt hij voortaan vervolgverhalen.

Op een van zijn spannende rondreizen ontmoet Sjors na de tweede Wereldoorlog een donker jongetje. Jawel, het is Sjimmie, die in het begin nog Jimmy heet, en vanaf dat moment zijn beide helden onafscheidelijk.