Tien miljoen...

Frans Piët schrijft en tekent de avonturen van Sjors en Sjimmie, maar krijgt bij het verzinnen van de verhalen veel hulp van zijn vrouw, Mary van Loenen. Tussen 1938 en 1970 verschijnen er zo'n dertig stripboeken, waarvan meer dan tien miljoen exemplaren worden verkocht. Tenminste twee generaties Nederlandse kinderen groeien op met de Sjors en Sjimmie van Frans Piët.

Door de populariteit van de strip is de vraag groot. Voor Panorama blijft Frans Piët wekelijks de lange avonturen tekenen, die dan een jaar later in albumvorm verschijnen. Er komt zelfs een Franse versie (in Wallonië) en een Duitse.
Daarnaast verschijnt ook iedere week het tijdschrift Sjors, sinds 1954 niet meer als gratis bijlage bij Panorama, maar als zelfstandig jeugdblad. Ook daarin is iedere week een strip 'Sjors' te vinden, korte 1 pagina-grappen van Sjors en zijn Rebellenclub, maar zónder Sjimmie, getekend door Pa Pinkelman-tekenaar Carol Voges.

Ook andere namen passeren de revue, zoals tekenaar Hans Ducro of scriptschrijver Hans Keller. En vooral Lou Vierhout, die al in 1928 de naam Sjors aan de strip verbindt. Het is echter ontegenzeggelijk de hand en de geest van Frans Piët die de strip zijn unieke karakter geeft.